Volgens de internationale wetgeving in Europa mogen kweek, levering en bezit van cannabis alleen worden toegestaan voor ‘medische en wetenschappelijke doeleinden’.
In het algemeen moet het bezit van het medicijn voor persoonlijk gebruik een misdaad zijn om gebruik te ontmoedigen, en de meeste landen maken dit strafbaar door opsluiting. In de afgelopen jaren hebben echter verschillende jurisdicties hun straffen voor cannabisgebruikers verlaagd, en sommige hebben de toelating van het medicijn toegestaan, waardoor er verschillende controlemodellen zijn en hun gevolgen in de desbetreffende landen bekeken kunnen worden.
Beleidsdiscussies worden gecompliceerd door conflicterende claims – decriminalisering of legalisatie, medisch of recreatief gebruik, succes of falen van het beleid – hieronder wordt dit met betrekking tot Europa verder verduidelijkt.
Hoe ontwikkelt het internationale cannabisbeleid zich?
Achtergrond
Terwijl internationale wetten landen verplichten om strafrechtelijke sancties op te leggen voor de levering van drugs voor niet-medische doeleinden, creëren sommige rechtsgebieden uitzonderingen. Een systeem van cannabislevering is sinds de jaren zeventig illegaal maar wordt in Nederland getolereerd.
‘Medische marihuana’ werd gelegaliseerd door populaire stemmen in Californië, in 1996, om symptomen te behandelen, waaronder chronische pijn. Omdat er geen objectieve test is voor pijn, werd publieke toegang tot legale rookbare cannabis een formaliteit. Sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw hadden decriminalisatie- en schadebeperkende maatregelen in Europa minder negatieve gevolgen dan gevreesd werd.
De economische recessie van 2008 dwong bezuinigingen op de begrotingen van de wetshandhaving. In 2012, toen medische cannabis beschikbaar werd gesteld in 18 Amerikaanse staten, keurden kiezers in de staten Colorado en Washington systemen voor cannabislevering goed voor recreatief, en dus niet alleen medisch gebruik.
In het daaropvolgende jaar keurde de regering van Uruguay een wet goed om een systeem van levering via apotheken en sociale clubs tot stand te brengen. Meer Amerikaanse staten hebben sindsdien cannabis gelegaliseerd.
Terminologie
De termen ‘depenalisatie’, ‘decriminalisering’ en ‘legalisering’ worden vaak gebruikt in het debat over drugscontrole.
Depenalisatie: iets blijft strafbaar, maar wordt niet langer gestraft.
Decriminalisering: een overtreding wordt geherclassificeerd van crimineel naar niet-crimineel. Het blijft een overtreding en kan worden bestraft door de politie of andere instanties in plaats van door een rechtbank.
Legalisatie: er is een overgang van een verboden gedrag (crimineel of niet) naar een toegestaan gedrag. Dit wordt meestal gebruikt om het aanbod, in plaats van bezit, van medicijnen te beschrijven.
Cannabis beleidsmodellen in Europa
Persoonlijk bezit
Hoewel alle EU-lidstaten het bezit van cannabis voor persoonlijk gebruik als een overtreding beschouwen, staat meer dan een derde gevangenis niet toe als straf voor lichte vergrijpen (zie onderstaande kaart). In veel van de landen waar de wet gevangenisstraf toestaat voor dergelijk cannabisbezit, adviseren nationale richtlijnen het niet. Bekijk wat de mogelijke straffen per land in Europa zijn.
Modellen van wettelijke levering
Geen enkele nationale regering in Europa ondersteunt de legalisatie van cannabisverkoop voor recreatief gebruik en alle landen hebben gevangenisstraffen voor illegale levering. In de afgelopen jaren zijn echter verscheidene wetsontwerpen aan de nationale parlementen voorgesteld, evenals enkele initiatieven in regio’s of steden die op nationaal niveau zijn afgewezen.
Coffeeshops
In Nederland zijn coffeeshops verkooppunten voor de verkoop en (vaak ter plaatse consumptie) van cannabis, die in de jaren zeventig begon te verschijnen. Ze hebben een vergunning van de gemeente en ongeveer twee derde van de Nederlandse gemeenten staat coffeeshops niet toe.
Er waren 591 coffeeshops in 2014, met bijna een derde in Amsterdam; de aantallen zijn sinds 2000 gedaald. Verkoop en persoonlijk bezit worden bestraft met een gevangenisstraf naar Nederlands recht, maar coffeeshops worden getolereerd op voorwaarde dat ze voldoen aan strikte criteria die zijn gepubliceerd in een richtlijn van de officier van justitie. Er is echter geen sprake van tolerantie van de productie van de voorraad, waardoor een juridische anomalie ontstaat die in Nederland bekendstaat als het ‘achterdeurprobleem’.
Sociale cannabis clubs
In een aantal Europese landen hebben groepen gebruikers ‘cannabis social clubs’ gevormd. Ze beweren dat, in principe, als de teelt van één cannabisplant wordt getolereerd voor het gebruik van één persoon, 20 planten samen kunnen worden getolereerd voor een club van 20 personen. Geen enkele nationale regering in Europa aanvaardt dit, hoewel sommige regio’s in Spanje geprobeerd hebben om regels door te geven om de verspreiding van dergelijke clubs te beperken. In 2015 verklaarde het Spaanse hooggerechtshof duidelijk dat ‘georganiseerde, geïnstitutionaliseerde en persistente teelt en verspreiding van cannabis onder een vereniging die open staat voor nieuwe leden, wordt beschouwd als drugshandel’.
De opvattingen van jonge Europeanen over drugsbestrijding
Een van de weinige vergelijkbare onderzoeken naar de kracht van de publieke opinie in de Europese Unie is de Flash Eurobarometer, die in elk land ongeveer 500 jongeren (van 15-24 jaar) ondervraagt. In 2011 en 2014 werden jongeren gevraagd naar hun mening over drugs. Meer dan de helft van de respondenten was voor het verbieden van de verkoop van cannabis, in plaats van het te reguleren, maar dat aandeel daalde in deze periode ook, van 59% naar 53%.
Lees het volledige artikel op emcdda.europa.eu (EN, bron, afbeelding)