Nederland – door Mr. Kaj Hollemans (KH Legal Advice) (columns KHLA).
Sinds de Tweede Kamer verkiezingen op 17 maart is er het nodige gebeurd in politiek Den Haag. De uitslag was op zich goed nieuws voor mensen die een ander drugsbeleid voorstaan, want de christelijke partijen hebben zetels verloren en de progressieve partijen hebben zetels gewonnen. Dit had o.a. tot gevolg dat minister Grapperhaus (CDA) en staatssecretaris Blokhuis (CU) op 31 maart 2021 de Kamer informeerden dat zij het besluit over het tot stand brengen van regelgeving op het gebied van NPS (het stofgroepenverbod) en het voorgenomen lachgasverbod overlaten aan een nieuw kabinet, gezien de demissionaire status van het kabinet en de handhavingskosten. Voor beide voorstellen geldt dat naar alle waarschijnlijkheid geen aangepaste regelgeving zal worden ingevoerd voor 2022.
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer heeft op 14 april 2021 besloten deze brief te agenderen voor het commissiedebat over drugsbeleid op 2 juni 2021. Tijdens dit commissiedebat zal ook het coffeeshopbeleid ter sprake komen en brieven uit 2018, 2019 en 2020 van o.a. minister Bruins (die in maart 2020 stopte als minister) en minister Van Rijn (die in juli 2020 stopte als minister).
Op dezelfde dag heeft de vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer besloten de brief van staatssecretaris Blokhuis van 9 maart 2021 over drugspreventie controversieel te verklaren. Door bepaalde onderwerpen controversieel te verklaren wordt voorkomen dat het kabinet ‘over zijn graf heen regeert’. Op zich is dit goed nieuws, want nu heeft een nieuw kabinet de handen vrij om zelf invulling te geven aan het drugsbeleid, maar de Kamer is hierin niet consequent.
Blijkbaar is drugspreventie wel een controversieel onderwerp, maar repressie niet. Ik vind het buitengewoon zorgelijk dat er binnenkort een debat over het drugsbeleid wordt gevoerd in de commissie voor Justitie en Veiligheid, in plaats van de commissie voor VWS. Dat is een trend die ik al langer zie. Het debat over drugsbeleid verschuift steeds meer van VWS naar Justitie en Veiligheid. Dat is geen goede ontwikkeling.
Er zijn meerdere redenen waarom een debat over het drugsbeleid niet thuishoort bij de commissie voor Justitie en Veiligheid. Ten eerste is de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor de Opiumwet, niet de minister van Justitie en Veiligheid. Ten tweede beschouwen Kamerleden in de commissie voor Justitie en Veiligheid de problematiek rond drugs vooral vanuit een strafrechtelijke context. Er is minder aandacht voor preventie en het beschermen van de volksgezondheid. Deze eenzijdige focus op repressie voorspelt niet veel goeds, want straffen en verbieden alleen is geen oplossing voor de complexe drugsproblematiek. Het drugsbeleid vereist een meer evenwichtige aanpak. Daarom zou het goed zijn als er van verschillende kanten wordt aangegeven dat het tijd is om het drugsbeleid grondig te herzien. Het huidige beleid heeft er immers niet toe geleid dat het gebruik van drugs en de problemen daaromheen substantieel zijn afgenomen.
Staatscommissie voor voorstellen Nederlandse drugsbeleid
Dit is het ideale moment om de informateur en de verschillende politieke partijen mee te geven dat er bij de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord wordt nagedacht over het instellen van een staatscommissie, die de opdracht krijgt om, op basis van wetenschappelijk onderzoek en in overleg met betrokken organisaties, experts en gebruikers, na te denken over nieuw drugsbeleid dat minder gevaar oplevert voor de volksgezondheid, de kosten van drugshandhaving beteugelt, recht doet aan de keuzevrijheid van mensen en de (georganiseerde) criminaliteit niet in de kaart speelt. Deze staatscommissie kan voorstellen doen om het Nederlandse drugsbeleid te hervormen. Daarbij is het uitgangspunt om gezondheidsrisico’s van drugs zo laag mogelijk te houden en de gezondheid, veiligheid en welzijn van de samenleving als geheel zo goed mogelijk te waarborgen.
Begin 2020 werd daartoe al opgeroepen in het manifest voor een realistisch drugsbeleid. Een ander initiatief dat hiertoe oproept is de petitie van Stichting Beter Beleid. Zeker nu D66 zoveel zetels heeft gewonnen, mag je verwachten dat deze partij het voorstel om een staatscommissie te benoemen zal inbrengen aan de onderhandelingstafel, maar het is ook belangrijk als andere politieke partijen dit voorstel ondersteunen.
De politiek zou de komende periode beter kunnen gebruiken om het drugsbeleid grondig te herzien en op zoek te gaan naar oplossingen voor de risico’s die zijn verbonden aan het gebruik van drugs en voor de problemen die samenhangen met de (illegale) drugshandel, in plaats van de zinloze oorlog tegen drugs te continueren.