Nederland – door Mr. Kaj Hollemans (KH Legal Advice) (@KHLA2014).
Volgens het jaarbericht 2019 van de Nationale Drug Monitor dat afgelopen week werd gepubliceerd, hebben in totaal iets meer dan 1 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder cannabis gebruikt in 2018. Het aantal dagelijkse blowers lag met 220.000 mensen een flink stuk hoger dan in 2017. Toen ging het nog om 140.000 mensen.
Na cannabis is XTC de meest gebruikte drug in Nederland. In 2018 hebben 380.000 volwassenen XTC gebruikt. Het gebruik van XTC ligt sinds 2015 ongeveer op hetzelfde niveau. Bijna 250.000 mensen gaven aan in 2018 cocaïne te hebben gebruikt. Het gebruik is het hoogst onder volwassen mannen tussen de 25 en 29 jaar, hoogopgeleiden en inwoners van stedelijke gebieden. Opvallend is dat in 2018 in totaal 224 mensen zijn overleden aan de directe gevolgen van drugsgebruik. Dat zijn er 38 minder dan in 2017.
Als je deze cijfers afzet tegen de wens van de overheid om verdere normalisering van drugsgebruik tegen te gaan, dan lijkt dit een verloren strijd. In plaats van minder wordt er steeds meer en vaker drugs gebruikt. Daarbij valt vooral de stijging van het aantal dagelijkse blowers op.
Voorlichting en preventie
Met het aanstaande experiment gesloten cannabisketen (beter bekend als de wietproef) komt er ook meer aandacht voor preventie en voorlichting over het gebruik van cannabis. Tegelijk met de introductie van de wietproef komt er een landelijke voorlichtingscampagne over de risico’s van wietgebruik. Op die manier wil de regering voorkomen dat het experiment met legale wiet cannabisgebruik normaliseert. Meer aandacht voor voorlichting en preventie lijkt mij een goede zaak. Zo’n campagne is hard nodig, want de afgelopen jaren heeft de overheid het op dit punt volledig laten afweten. Met als gevolg dat het aantal dagelijkse blowers flink is toegenomen. En dan moet de wietproef nog beginnen.
Des te opvallender vind ik het dat de introductie van de wietproef steeds langer op zich laat wachten. Eind december 2019 liet de overheid nog weten dat er begin 2020 meer duidelijkheid zou komen over de regels rond het wietexperiment. Inmiddels is het begin maart 2020 en het blijft oorverdovend stil in Den Haag.
Designerdrugs
In plaats van prioriteit te geven aan de wietproef en de bijbehorende voorlichtingscampagne, komt het kabinet met een nieuwe wijziging van de Opiumwet: een verbod op bepaalde groepen nieuwe psychoactieve stoffen. Daarmee beoogt het kabinet de volksgezondheid te beschermen en de productie en handel in nieuwe psychoactieve stoffen te belemmeren. Het gaat om stoffen die qua werking sterk lijken op de reeds verboden drugs en die geproduceerd worden om de drugswetgeving te omzeilen. Tot 20 april kan worden gereageerd op het wetsvoorstel, dat is voorgelegd ter consultatie. Met het wetsvoorstel worden drie zogeheten “stofgroepen” verboden, waardoor in de praktijk alle nieuwe designerdrugs onder de werking van de Opiumwet komen te vallen. Het is, kortom, schieten met een olifant op een toekomstige mug.
Smartshops
Veel van deze middelen (die nu nog legaal zijn) worden verkocht in de smartshop. Al deze middelen worden straks in een klap illegaal. Maar een verbod betekent niet dat deze middelen straks niet meer worden verkocht. Een verbod zorgt er alleen maar voor dat deze middelen straks in het illegale circuit worden verkocht, zonder leeftijdsgrens, voorlichting of andere beperking. Juist de gereguleerde verkoop van designerdrugs zorgt voor gecontroleerde producten met een bepaalde hoeveelheid aan werkzame stoffen. Met een verbod raak je dat allemaal kwijt. Bovendien is het gebruik van nieuwe psychoactieve stoffen verwaarloosbaar in vergelijking met de drie meest gebruikte middelen (cannabis, MDMA en cocaïne). In plaats van daar prioriteit aan te geven, komt het kabinet met een verbod op nieuwe designerdrugs dat vrijwel niks oplost, maar wel veel tijd kost en uiteindelijk leidt tot gevaarlijke situaties voor de gebruiker. Als het kabinet de volksgezondheid echt wil beschermen, dan is verdere regulering de aangewezen route, niet een verbod.
De hele situatie doet mij denken aan de wijze woorden van de Here Jezus, woorden die de heren Blokhuis en Grapperhaus ter harte zouden moeten nemen:
“Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? Of, hoe zult u tegen uw broeder zeggen: Laat toe dat ik de splinter uit uw oog haal; en zie, er is een balk in uw eigen oog? Huichelaar, haal eerst de balk uit uw oog en dan zult u goed kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder te halen.”
(Matteüs 7, 3-5, HSV).