Wetenschappers uit Oxford gaan een grote wereldwijde proef starten om te onderzoeken of op cannabis gebaseerde medicijnen mensen met psychose of psychotische symptomen kunnen behandelen.
Momenteel wordt cannabidiol (CBD) alleen voorgeschreven voor een klein aantal aandoeningen. In het VK zijn dit bijvoorbeeld zeldzame, ernstige epilepsie en braken of misselijkheid veroorzaakt door chemotherapie.
Bij de internationale studie zullen 35 centra betrokken zijn, voornamelijk in Europa en Noord-Amerika. Het zal worden gecoördineerd door de afdeling psychiatrie van de Universiteit van Oxford, die £ 16,5 miljoen heeft ontvangen van de liefdadigheidsstichting Wellcome.
Cannabidiol (CBD) als veelbelovend medicijn
“Cannabidiol is een van de meest veelbelovende nieuwe behandelingen voor mensen met een psychose”, zegt prof. Philip McGuire uit Oxford, die de proef leidt. “Veel mensen met een psychose staan open voor het proberen van cannabidiol en eerdere kleinschalige onderzoeken hebben aangetoond dat het gunstige effecten heeft.”
CBD is een van de chemicaliën die in marihuana worden aangetroffen, maar het bevat geen tetrahydrocannabinol (THC), het ingrediënt in marihuana dat een gevoel van bedwelming veroorzaakt. Bij het programma zullen 1.000 mensen betrokken zijn, waaronder degenen met een klinisch hoog risico op psychose, mensen met een eerste psychose-episode en patiënten met psychose die niet op conventionele behandeling hebben gereageerd.
Jazz Pharmaceuticals heeft de CBD voor het onderzoek kosteloos geleverd. “Naast het behandelen van een reeds vastgestelde psychose, zal de studie ook onderzoeken of cannabidiol het begin van een psychose kan voorkomen bij mensen met een hoog risico om het te ontwikkelen,” zei McGuire. De vorm van cannabidiol die in het onderzoek wordt gebruikt, is Epidyolex, dat is goedgekeurd voor sommige kinderen en volwassenen met epilepsie.
Lynsey Bilsland, hoofd vertaling geestelijke gezondheid bij Wellcome, zei: “Hoewel antipsychotica vaak worden gebruikt om psychose te behandelen, kunnen ze aanzienlijke bijwerkingen hebben, patiënten stoppen er vaak mee en ze werken niet voor iedereen. Dit betekent dat het belangrijk is dat we wegen zoals deze verkennen voor nieuwe therapieën.”
“Bovendien streven de onderzoekers, als onderdeel van deze onderzoeken, naar het identificeren van biomarkers die erop zouden kunnen wijzen dat een patiënt goed op de behandeling zou kunnen reageren. Dit zal in de toekomst een grotere personalisatie van de behandeling mogelijk maken.”
Bron: theguardian (EN)
