Eén jaar Grapperhaus: ‘De enorme omvang van het drugsprobleem heeft mij geschokt’

door Team Inc.

Ferdinand Grapperhaus over zijn eerste jaar als minister van Justitie en Veiligheid en zijn entree als buitenstaander in de Haagse binnenwereld. (interview)

Hij was een beroepsleven lang advocaat in Amsterdam en schopte het tot bestuursvoorzitter in Nederland van het internationaal opererende kantoor Allen & Overy. Arbeidsrecht is zijn specialisme, en terzijde mocht hij graag in opiniestukken een maatschappijvisie ontvouwen. Minder in het oog liep dat hij ook lid was van het CDA en aan de partijtop liet blijken beschikbaar te zijn voor een overstap naar de politiek.

Nu zit Ferdinand Grapperhaus (59) sinds ruim een jaar hoog in de Haagse toren van Justitie en Veiligheid. Hij is een van de weinige buitenstaanders in Rutte III, het kabinet dat vooral uit politieke insiders bestaat. Zijn werkkamer is huiselijk ingericht. Foto’s van de kinderen en zijn overleden vrouw aan de wand, een ingelijst portret van zijn vriendin op het bureau. De stripliefhebber in hem kon het niet laten om overal parafernalia van Kuifje neer te zetten.

Hij werkt van kwart over zeven ’s ochtends, als de dienstauto in Amsterdam-Zuid voorrijdt, tot een uur of tien ’s avonds en verdient slechts een fractie van het salaris dat hij in de advocatuur genoot. ‘Dat is geen overweging geweest’, zegt hij daarover. Wat opvalt: de flamboyante levensgenieter met gleufhoed is in het parlement vaak een voorzichtig politicus die aarzelend formuleert. Wat menigmaal tot felle reacties van Kamerleden leidt.

Kunt u wennen aan de politieke omgangsvormen?

‘Over het algemeen wordt er over de inhoud gedebatteerd. Ik luister altijd naar argumenten en kom soms tot de conclusie dat ik ergens nog eens naar moet kijken. Alleen als bij een Vragenuur zo iemand als de heer Kuzu (Denk-Kamerlid, red.) naar voren komt en roept dat het allemaal slappe hap is, zonder dat hij argumenten geeft, denk ik: wat is dat nou?’

U lijkt voorzichtiger geworden. Vroeger schreef u dat Alexander Pechtold een windvaan was en Geert Wilders ontoerekeningsvatbaar. Van zulke uitgesproken ideeën merken we nu niet veel meer.

‘Als minister moet ik me niet op dat pad begeven, maar met mijn eigen portefeuille bezig zijn. Die kwalificaties zijn overigens nogal uit hun verband getrokken, ze hadden betrekking op het verschuiven van een standpunt bij een bepaald onderwerp van A naar Z. Daar heb ik nog steeds ideeën over, maar ik heb nu een andere rol.’

Komt het ook omdat u in acht jaar tijd de vierde minister van Justitie bent?

‘Dat vind ik flauw. Ivo Opstelten heeft hier vijf jaar gezeten. Stef Blok heeft waargenomen. Alleen Ard van der Steur was hier kort, maar het beeld dat over hem is ontstaan doet hem geen recht. Bij Europese vergaderingen vragen ze nog steeds naar hem.’

U verdedigt deze week uw begroting in de Kamer. Waar zitten uw vingerafdrukken?

‘Op mijn aanpak van de ondermijnende criminaliteit die schuilgaat achter de productie en het gebruik van drugs. Wij moeten in de spiegel kijken. Heroïne is bijna verdwenen, maar de andere drugs uit de zwaarste categorie in de Opiumwet (cocaïne, amfetamine, xtc en ghb, red.) moeten we loeihard aanpakken. De criminaliteit die ermee gepaard gaat, nestelt zich tussen gewone burgers en tast de samenleving aan.’

Is er een rechtstreeks verband tussen ‘een pilletje in het weekend moet kunnen’ en de burgemeester van Haarlem die vanwege bedreigingen Sinterklaas niet kon ontvangen?

‘Dat is wel erg zwaar, maar het kan geen kwaad te beseffen dat je met dat pilletje een omvangrijke industrie overeind houdt die de hele wereld bestrijkt. Ik vind Arjen Lubach enorm geestig, ik kijk graag naar zijn programma, maar ik ben het niet met hem eens als hij zegt dat we xtc kunnen legaliseren. Hij vindt dat de internationale verdragen wel in de prullenbak kunnen, of hoe formuleerde hij dat ook alweer? (Lubach zei dat je daarmee je reet kunt afvegen, red.) Zo werkt het natuurlijk niet. We hebben echt een heel groot internationaal probleem. We bevoorraden van hieruit heel Australië. Het is toch te gek voor woorden dat we in dit land zo’n enorme industrie hebben?’

Moeten we dit zien als uw War on Drugs?

‘Als een War on Criminal Organisations, dat is één. En twee: cocaïne en synthetische drugs moeten het land uit.’

Er zijn ook twijfels of het probleem wel echt zo groot is. Is het niet opgeblazen om te spreken over een industrie van 19 miljard?

‘Hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops zegt dat de producenten in Nederland een omzet hebben van 600 miljoen. Maar dat vertegenwoordigt wereldwijd een straatwaarde van 19 miljard, omdat het meeste wordt geëxporteerd. Sommige mensen zeggen: dat kan niet kloppen. Maar als je kijkt naar het aantal ontmantelde drugslaboratoria de afgelopen jaren, de in beslag genomen spullen, boten en auto’s, de straatwaarde van de gevonden partijen cocaïne, dan gaat het echt om heel grote bedragen. Ik wist dat we een probleem hadden, maar ik ben geschokt door de omvang. Het is enorm.

‘Deze vorm van misdaad is de afgelopen jaren sterk verhard en georganiseerd geraakt. Denk aan de OMG’s, de outlaw motorcycle gangs, de mocromaffia, de structurele ondermijning die plaatsvindt. Wijken in Eindhoven, Tilburg, Arnhem, Rotterdam worden geïnfiltreerd met dit soort misdaad.

‘Weet u wat ik zoal zie? Een doorzonwoning die dienstdoet als opslagplaats voor rode en groene pillen, een huis dat doorzeefd is met kogels omdat een criminele drugsbaas zich er schuilhield, een garagebox waar een drugslaboratorium draait. Die growshop in Enschede vorige week: precies hetzelfde. Het was gewoon een huis in een woonwijk…

‘Ik trek me dit zo aan, omdat het niet de mensen op de Zuidas treft, of de mensen in Aerdenhout. Het treft echt de mensen die toch al aan de moeilijkere kant van de samenleving zitten.’

Het is wel een paradoxale boodschap: aan de ene kant krijgen we te horen dat de criminaliteit elk jaar afneemt…

‘Dat gaat over high impact crimes. Overvallen, straatroven, woninginbraken…’

Maar tegelijkertijd lopen hier dus kennelijk allerlei polder-Escobars rond…

‘Nou, hebt u dat proces tegen Klaas O. gevolgd? Als je de verslagen van de zittingen leest, dat is toch schokkend? Die rücksichtsloze criminaliteit. Neem die jongen, die brave welzijnswerker, die per ongeluk werd doodgeschoten op Wittenburg in Amsterdam. Of de broer van een kroongetuige, die gewoon een administratiekantoor had. Ook die aanslag met die raketwerper op de redactie van Panorama en dat busje dat tegen de gevel van De Telegraaf in de fik ging, neem ik heel serieus.’

Dat is ook drugscriminaliteit?

‘Met een raketwerper op een gebouw met journalisten schieten, waar ook gewoon Beau Monde zit, is in elk geval een uiting van verharde, niets en niemand ontziende criminaliteit. En de organisaties daarachter, zie ik op werkbezoeken, opereren vanuit een eenvoudige straat in een buurt waar mensen wonen die toch al niet alle gelukspunten hebben meegekregen in het leven.’

Wij lezen ook wel dat mensen er profijt van hebben en daarom hun mond houden.

‘Welnee, ze hebben er meestal helemaal geen profijt van! Het is een mythe dat zo’n organisatie tegen iedereen in de buurt zegt: profiteer lekker mee. Zo werkt het niet. Mensen hebben er last van, worden geïntimideerd. Het leven wordt alleen maar onaangenamer.’

U begint een War on Drugs en tegelijkertijd start het kabinet een drugsexperiment met staatswiet…

‘Dat is heel wat anders!’

Achter een joint zit toch ook criminaliteit? Hoe komt dat internationaal over dan?

‘We willen onderzoeken of we softdrugs met legalisering uit de criminaliteit kunnen halen. Ze zijn in de Opiumwet een lichtere categorie drugs. We zijn niet de enige ter wereld die zeggen: daar moeten we eens goed naar kijken. Canada, een aantal Amerikaanse staten. We moeten het heel zorgvuldig doen, maar het is van een totaal andere orde dan de synthetische drugs.’

Lees het volledige artikel op Volkskrant.nl (Bron)

Gerelateerde artikelen

Laat een reactie achter

[adrotate banner="89"]