In de nieuwste film van de Deense regisseur Thomas Vinterberg, Another Round, komen vrienden Martin, Tommy, Peter en Nikolaj overeen om een klein experiment uit te voeren: ze blijven de hele dag matig dronken om te zien hoe dit hun sociale en professionele prestaties beïnvloedt.
De vier mannen van middelbare leeftijd zijn ontevreden over hun baan als leraar op een gymnasiumschool in Kopenhagen. Op Nikolajs 40e verjaardag hebben ze het over de Noorse psychiater Finn Skårderud, die beweert dat mensen een natuurlijk alcoholtekort hebben en dat een alcoholgehalte in het bloed van 0,05% je creatiever en ontspannener maakt.
De vriendengroep begint aan het experiment en legt hun ‘bevindingen’ vast in een essay. De basisregels zijn – in eerste instantie – dat het alcoholgehalte in het bloed niet onder de 0,05% mag komen en het drinken van alcohol alleen tijdens werkuren mag plaatsvinden. De leraren noemen Hemingway en Churchill als hun inspiratiebronnen.
“Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld”, zegt Martin (Mads Mikkelsen) in de vroege stadia van hun experiment. Maar de dingen blijven niet zo. Al snel verhogen de mannen hun dosis en loopt het uit de hand, waarbij een van de mannen – Tommy (Thomas Larsen) – veel te veel drinkt.
De film Another Round is ongetwijfeld goed entertainment, maar voor degenen die op zoek zijn naar een productiviteits- of creativiteitsboost, maakte Skårderud oorspronkelijk een luchtig (en op alcohol geïnspireerd) punt dat hij snel uitlegde na de release van de film.
Maar wat als je jezelf kunnen houden aan het Another Round-protocol – het effectief microdoseren van kleine hoeveelheden alcohol tijdens werkuren om de prestaties te verbeteren? Wat zou er gebeuren?
Microdoseren met alcohol
De alcoholconcentratie in het bloed wordt door veel dingen beïnvloed, waaronder het alcoholgehalte van de drank, hoe snel je drinkt, je geslacht, je body mass index en de gezondheid van je lever. Maar 0,05% is ongeveer gelijk aan een man van 70 kg die één pint (568 ml) 4% bier of een groot glas (250 ml) wijn drinkt.
Omdat alcohol een toxine is, werkt het lichaam om het uit te scheiden via adem, zweet en urine, en dus zou het moeilijk zijn om een concentratie van 0,05% te handhaven. Het zou een regelmatig gemeten consumptie over de dag vereisen, wat betekent dat de dagelijkse en wekelijkse inname per eenheid al snel de maximaal aanbevolen niveaus zou overschrijden.
Lage doses alcohol kunnen enkele positieve effecten hebben. Hoewel de alcoholcultuur in landen als het Verenigd Koninkrijk soms overdreven kan lijken, kunnen kleine hoeveelheden de gezelligheid vergroten, waardoor mensen nieuwe vriendschapsbanden en professionele netwerken kunnen creëren en onderhouden.
Laboratoriumstudies hebben aangetoond dat bij lage doses de toename van ontspanning en zelfvertrouwen die alcohol produceert, en het verlies van cognitieve focus dat gepaard gaat met milde intoxicatie, kan leiden tot creatievere en diversere probleemoplossende strategieën, verbeterde vaardigheden in vreemde talen, scherpere geheugenherinnering en een beter vermogen om bepaalde soorten informatie te verwerken. Daarentegen hebben analytische probleemoplossende vaardigheden, zoals die op de meeste werkplekken nodig zijn, op alle consumptieniveaus te lijden.
Als dit allemaal goed klinkt, onthoud dan dat dit allemaal gecontroleerde laboratoriumonderzoeken waren waarbij enkelvoudige doses alcohol werden toegediend, voordat je erover nadenkt om dit experiment zelf te proberen, en dat er enkele vragen zijn over hoe relevant de tests en beoordelingen zijn voor de echte wereld van werk.
De gevolgen van alcohol
Ook al is er individuele variatie, tolerantie voor de psychologische en fysiologische effecten van alcohol ontwikkelt zich snel, zelfs bij lage doses, wat betekent dat er na verloop van tijd meer van het medicijn nodig is om dezelfde effecten te bereiken.
Alcohol “microdosering” kan ineffectief worden, of snel veranderen in “macrodosering” van alcohol, waarbij meer moet worden gedronken om nog hogere alcoholconcentraties in het bloed te behouden. Dit is niet alleen duur, maar de meeste werkgevers zullen een beleid hebben voor alcoholgebruik op de werkplek, waarbij sommige veiligheidskritieke beroepen een nul-tolerantie benadering hebben.
De nadelen van gewone alcohol zijn bekend. Het is gekoppeld aan een reeks kankers, spijsverteringsziekten en andere gezondheids- en sociale schade voor zowel de drinker als anderen.
Er is al lang academisch debat over de vraag of het drinken van matige hoeveelheden alcohol goed is voor je gezondheid en beschermt tegen aandoeningen zoals hartaandoeningen. Sommige onderzoekers hebben voorgesteld dat er een J-vormige relatie is tussen de hoeveelheid alcohol die wordt geconsumeerd en sommige soorten schade, waarbij er een “sweet spot” van consumptie is die gunstig is. Maar dit idee wordt vaak gepromoot door de alcoholindustrie voor commercieel voordeel, en wordt ondermijnd door zwak bewijs. Andere onderzoekers denken echter dat er geen veilig niveau van alcoholgebruik bestaat – elke hoeveelheid is slecht voor je gezondheid.
Persoonlijke verbetering door alcohol is geen nieuw idee. De oude Grieken promootten wijn met name als hulpmiddel bij debat, poëzie en filosofische discussies, maar stelden misschien wijselijk een limiet van drie drankjes voor, omdat meer consumeren betekende dat je je persoonlijke mogelijkheden overschreed.
Grote figuren uit de geschiedenis – kunstenaars, schrijvers, politici, componisten, wetenschappers en leiders uit de industrie – zijn beroemde drinkers geweest. Churchill zou bijvoorbeeld de dag beginnen met een whisky en water en eindigen met een paar glazen whisky, champagne en een highball. Maar de creativiteit en het succes van opmerkelijke mensen kwamen ondanks hun alcoholgebruik. Voor degenen onder ons met meer bescheiden talenten, leidt alcoholgebruik eerder tot een kater en een lege portemonnee dan tot een professionele beloning.
Bronnen o.a. Gov.uk (EN), TheConversation (EN), Wired (EN)
